028==220212==21:00UTC==Positie:=12=35,5N==016=23,9W==Casamance==

Zons ondergang op Casamance
Stilte, af en toe een zuchtje wind, samen met het afgaand tij goed voor 1 a 2 knoop vaart waarmee we achter ons fok de rivier afzakken. Over bakboord zien we een paar honderd flamingos fourageren, heel veel grote kwallen passeren links rechts van de boot, steeds springen er vissen uit het water. Op de stuurboords wal staat een schamel afdakje waar een visser overnacht. We zien hem niet maar horen hem zingen, geluid over water draagt ver, we genieten nog lang van zijn zang.
Om 18.30 zoeken we een ankerplekje, we naderen voorzichtig de wal, hoewel we steeds dichter bijkomen gaat de diepte van 7 naar 9 meter. We durven niet nog dichter bij te komen want misschien loopt de oever wel heel stijl op. Dan maar in 9 meter diepte het anker er in. We liggen voor een slaapplekje van een visser zien we. Hij duwt net zijn boomstamkano het water in, zwaait vriendelijk naar ons en peddelt weg. We eten in de kuip en installeren ons daarna met verrekijkers aan dek. Heel veel witte reigers, vijf vissende en ruzie makende ijsvogels, een yellow billed stork (een ooievaar met een gele snavel), lepelaars, purper en zilver en blauwe reigers, een afrikaanse aalscholver, van hem zie je alleen zijn lange nek boven het water uitkomen, het heeft meer weg van een slang die zich op richt. In het nederlands wordt hij ook wel slange hals vogel genoemd. Opeens zien we op de oever twee gekke beesten lopen, Erik denkt een otter of een mangoose. Ze lopen op vier korte pootjes , hebben een spitse snuit, de lengte van een middelgrote hond en een staart als een Varaan, maar dan in verhouding met zijn lengte.
Nadat de zon onder gaat wordt het snel donker, we zitten nog steeds in de kuip te luisteren naar de geluiden van krekels en vogels. In het donker komt de visser al zachtjes zingend terug gepeddeld, wat een wonderlijk leven,denken we, zo helemaal alleen. Maar wat een heerlijk plekje.



.