Tegen zonsondergang is het een herrie van jewelste op het landje. Een tiental ingegraven insecten maken met hun lawaaige lokroep een einde aan de stilte van de overdag zo rustige valei. Het geluid is fel, intens en continue. Waar de diertjes precies zitten is lastig te bepalen, maar daar had Ed weer een oplossing voor. Gewapend met spade, plastic bakje en een stuk slang gingen Ed en Erik op lawaaimakers jacht. Door het uiteinde van de slang bij je oor te houden en te richten met de andere kant kan je goed bepalen waar het lawaai precies vandaan komt. De diertjes zitten ingegraven en houden zich schuil in hun holletje. De holletjes blijken ondiepe gangen te zijn van circa 2 cm doorsnede die voornamenlijk horizontaal onder de vegetatie gaan. Bij de ingang zijn twee opgemetselde poortjes te vinden ontdekken we. Als je de slang voor een bewoont gaatje houdt heb je gelijk een gehoor beschadiging te pakken zo intens is het lawaai. Na twee avonden hebben we eindelijk succes, we vangen een Veenmol (Gryllotalpa gryllotalpa) het beestje is circa 6 cm lang. En eenmaal gevangen maakt ie geen lawaai meer. Als alle beestjes bezig zijn is het achtergrond lawaai dat ze maken ruim 75dB (vergelijkbaar met een lawaaig schoolplein of snelweg) de piek frequentie is circa 3,15kHz. Gelukkig duurt het lawaai maar beperkte tijd, 2 uur na zonsondergang keert de rust weder. Voor de liefhebbers is hier het door ons opgenomen geluid van een veenmol te beluisteren. |
.