We zijn al meer dan 3 maanden op de Cape verden maar de lokale economie blijft ons dagelijks verbazen. De straat verkoop van groente en fruit is in handen van Afrikaanse vrouwen, die naar hun postuur te beoordelen er goed van kunnen eten. Kleren, huishuidelijke artikelen en prularia worden door Chinezen verkocht, supermarkten en technische winkels worden door Kaapverdianen gerund. We zitten op een eiland dus we begrijpen dat de aanvoer afhankelijk is van boten of vliegtuigen. Sao Vicente, het eiland waar we zijn, is niet het vruchtbaarste, maar Sao Antao ligt op 1 uur varen en heeft veel landbouw. In deze tijd is er regelmatig schaarste aan uien, er zijn dagen dat ze in heel Mindelo niet te koop zijn. In Senegal waren ze beschikbaar op iedere straathoek en kon je een baal van 15 kilo kopen voor Euro 4,50. Hier kost zo'n zelfde baal Euro 22,50. En als je de eerste prijs accepteert van een straatverkoopster kost een kilo je Euro 3,00. Afdingen lukt op straat tot Euro 2,00 per kilo, terwijl ze in de supermarkt te koop zijn voor Euro 1,75. Hetzelfde geldt voor prijzen van bananen, tomaten, papaya en mango's. Zelfs het rijpe fruit, waar er een overvloed van is, gaan voor hogere bedragen van de hand dan we in Nederland gewend zijn. Het blijft dus opletten met boodschappen doen. Veel van de producten zijn 2 to 4 keer duurder dan we in Nederland gewend zijn. Een redelijk betaalde baan is hier goed voor Euro 450,- per maand, daar kan je dus niet fatsoenlijk boodschappen mee doen. In Senegal en Gambia waren de lonen ook laag, maar de prijzen van basis eten eveneens. Hier is dat anders, Cachupa, een maal van bonen, blijft voor lokale inkomens het enigste wat er te koop is. Wie meer dan dat eet heeft inkomen of familie in Europa of Amerika denken we. |
.