In de appelbomen in onze tuin zitten tal van spinsels. Niet van spinnen maar van de "spinselmot of stippelmot" (Yponomeutidae malinellus). Als je dichterbij kijkt zie je de rupsjes in het spinsel lopen en hoe ze eten van de verse appelblaadjes. Zodra je het spinsel van de tak probeert te plukken laten de rupsjes zich aan spindraden snel vallen om te ontsnappen. Het spinsel beschermt de rupsen ook tegen vraat door vogels. Het verwijderen van de spinsels is de makkelijkste en beste bestrijdings methode. Wij leggen de zo verzamelde spinsels met rupsjes op de houtstapel als voer voor de koolmees en mussen. Op de houtstapel komen de rupsen wel uit hun spinsel te voorschijn door gebrek aan verse appelblaadjes. Het broedseizoen van koolmezen en pimpelmezen loopt synchroon met de aanwezigheid van stippelmot rupsen. De rupsen zijn een belangrijke voedselbron voor deze vogeltjes. Het is immers eten of gegeten worden in de natuur. De eieren waaruit de rupsen gekomen zijn zitten al sinds vorig jaar september in onze appelboom. Ze waren goed verstopt tussen de schors van het tweejarig hout en hebben een bruine kleur. De stippelmot is een nachtvlinder, die vliegt in de maanden Juli en Augustus. Je zult ze dus niet makkelijk betrappen op het afzetten van de eieren want dat gebeurt als het donker is. De rupsen knagen gelukkig slechts 2 tot 3 weken van het malse groen en verpoppen zich dan in een wit spinsel. Zo blijven ze in de boom voor een paar weken en als de zomer goed begonnen is komen de stippelmotten als nachtvlinder uit de poppen. Het liefst zetten ze weer eieren af op de boom waar ze ook als rups begonnen zijn. De schade blijft meestal beperkt voor de boom omdat de rupsen maar korte tijd aanwezig zijn. Vanaf Juni is er nog genoeg gelegenheid voor de appelboom om nieuw blad te maken. |
Het is weer seizoen om vlierbloesem siroop te maken. Wij verzamelden een tiental bloemschermen, gewoon het hele scherm afknippen met een schaar. Thuis schudden we dan de insecten eraf en knippen de bloementjes los van de schermsteeltjes. Daarna koken we de bloemen zachtjes gedurende 10-15 minuten in water met suiker. Voor een liter siroop gebruiken we 10 schermen, 1 liter water en 4 volle eetlepels suiker. Na het koken gieten we het nog hete kooknat via een metalen zeef in schone beugelflessen. De beugelflessen maken we schoon door te spoelen met kokend water. Als de beugelflessen vol zijn gaan ze gelijk dicht. Zo is de siroop langere tijd buiten de koelkast houdbaar. Voor gebruik verdunnen we de siroop met water en voor de frissigheid doen we er een schijfje citroen bij. Op de bodem van de fles verzameld zich het stuifmeel, dus schudden voor gebruik maakt de siroop voller van smaak. De vijver is weer waterdicht en gevuld ! Na het leeghalen en schoonkrabben met een flinke staalborstel maakte Erik met beton en gaas de grootste scheuren dicht, daarna ging er een laag stucmortel 500 Beamix over de meest verdachte plekken. Tot slot smeerde hij de hele vijver af met "Hydrablock", een betonimpregneer middel. We willen de vijver vullen met Nederlandse moeras en veen planten. Gele lis en Waterweegbree stonden er al, bij de tuinwinkel namen we Waterranonkel, Zwanenbloem en Veenpluis mee. Vanuit de "Hoge vaart" konden we Gele plomp en Fonteinkruid vissen en we gaan nog opzoek naar Waterviolier, Grote egelskop, Wolfspoot, Knikkend tandzaad en wat kleine biezen of zeggen. De waterjuffers en libellen vinden het heerlijk rondom de vijver evenals de kleine water salamanders en kikkers. Ook de vogels genieten regelmatig van een verkoelend bad. De stenen die we voor ze neergelegd hebben gebruiken ze gretig om bij de waterkant te komen. De ondiepe randen van de vijver hebben we opgevuld met turf, waarin de moerasplanten kunnen wortelen. Ook ligt er vermolmd hout voor de larven van de schietmotten die graag kokertjes maken van hout en rietstengels. |
.